WBNetADD connect
Direct contact

+32 16 43 11 00


info@add.be Contact us

You are here

Risicobeperking door verzekering

News
01 October 2013

KMO’s en verzekeringen

RISICOBEPERKING DOOR VERZEKERING

Thinkstock

Er zijn drie risico’s waartegen een kmo zich maar beter kan verzekeren: bestuurdersaansprakelijkheid, té laat of niet-betalen van de factuur en moeilijkheden met vestigingen in het buitenland.

Door Luc De Smet

 

Vorig jaar onderzocht verzekerings- vendien ruim geïnterpreteerd. Daartoe beho-
makelaar ADD hoe bedrijven in Vlaanderen omgaan met risico’s die hun voortbestaan kunnen be- dreigen. Zijn risico’s geïnventari-seerd? Doet het management iets met die kennis? “De meeste bedrijven blijken goed bezig met ‘vaste activa’-risico’s en verzekeren die. Het management onderneemt ook preventief actie om die risico’s uit te schakelen”, zegt Paul Marck, commercieel en technisch directeur bij ADD. “Slechts 65 procent zeggen ook hun bestuurders te beschermen tegen bestuursfouten.” Marck schreef mee aan “Bent u aansprakelijk?... of niet?”, een boekje met concrete voorbeelden en advies voor bestuurders. “Bestuurders zijn veelal opgenomen in de verzekering maar niet voor bestuursfouten.” Er is echter een onderscheid tussen een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid exploitatie of uitbating voor werken, diensten en producten en bestuurdersaansprakelijkheid voor daden van bestuur. Marck rekent dat de helft van de Belgische ondernemingen niet of niet goed verzekerd is tegen bestuurdersaansprakelijkheid.

 

 

VERJARING IS NIET GEGARANDEERD

“Wie bestuurstaken opneemt, loopt aanspra- kelijkheidsrisico’s waar hij of zij het persoonlijk vermogen tegenoverzet”, zegt Paul Marck. Dat geldt voor bestuursopdrachten in bedrijfsven- nootschappen maar evenzeer in verenigingen zonder winstdoel, in sportclubs... Het is een misvatting dat ‘bestuurdersaansprakelijkheid’ enkel geldt voor beursgenoteerde vennoot- schappen. Daar komt de problematiek meer in beeld maar het geldt dus evenzeer in familiale kmo’s. In familiebedrijven denkt de zaakvoerder veilig te zitten. De kinderen zijn aandeelhouder en die doen wat ik zeg, is de redenering. Maar soms niet, dus... Er kunnen conflictsituaties ontstaan, bij de overdracht naar de volgende generatie, bij- voorbeeld. Zeker als broers of zussen, die wel aandeelhouder maar niet actief zijn in het be- drijf, zich benadeeld voelen. Terwijl de aan- deelhoudersvergadering zijn bestuurder kwij- ting kan verlenen - dat geldt enkel tegenover de vennootschap en zijn aandeelhouders - blijft het risico van derden die de bestuurder kunnen aanspreken op ‘bestuursfouten’. Die derden zijn bijvoorbeeld de RSZ of de fis- cus. Er is ook steeds meer milieuregelgeving. Paul Marck geeft nog een voorbeeld: “Een be- stuurder kan, al dan niet mét de vennootschap, gedagvaard worden voor discriminatie bij aan- wervingen.” Het begrip ‘bestuurder’ wordt bovendien ruim geïnterpreteerd. Daartoe behoren ook de leden van een directiecomité. “Het betreft ook ‘feitelijke’ bestuurders, mensen die taken opnemen waarbij derden kunnen aanne- men dat ze die bevoegdheden hebben.” Maar ook leden van het audit-comité, de HR-directeur,... kunnen gedagvaard worden, zelfs voor taken die ze delegeerden. Bij dodelijke ar- beidsongevallen wordt onderzocht of het bedrijf een veiligheidssysteem heeft opgezet en systematisch waakt over de naleving ervan. Aansprakelijkheid inperken vergt consequent handelen. “Tenzij je rekent op verjaring. Sommige fouten verjaren na drie jaar. Andere na vijf jaar. Maar ‘verjaring’ is niet gegarandeerd.” Het gebeurt al eens in grote en heel complexe dos- siers die jaren vergen om het kluwen te ont- warren. Een doorsnee kmo hoeft daar niet op te rekenen. Kleine vissen betalen...

 

GOEDE RAAD HOEFT NIET ZO DUUR TE ZIJN

Voorkomen is beter dan genezen. Vandaar de tips van Paul Marck. “Laat bij de start van je mandaat een ‘exhonoratie-clausule’ tegen be- stuursfouten opnemen in je contract. Ga voor een diverse Raad van Bestuur. Pas ‘corporate governance’ regels toe. Als je niet akkoord bent met bestuursbeslissingen, meld het dan ‘snel’. Neem desnoods ontslag! Wat je ook doet, je kan je nooit van de volledige aansprakelijkheid ontlasten. Dan is alleen een goede verzekering een oplossing.”

"Een KMO-dekking van 1 miljoen euro is gebruikelijk"

Nog een boodschap luidt: “Weet waarvoor je als bestuurder aansprakelijk gesteld kunt wor- den. Wees een ‘goede huisvader’ en verzeker u om claims te weerleggen en, in geval van een veroordeling, om het bedrag te laten betalen.” Bij een claim zijn in eerste instantie juridische kosten te verwachten. “Er zijn heel veel onte- rechte claims. Verzekeraars rekenen dat 15 à 20 procent van de claims leiden tot een uitbeta- ling. Het overgrote deel van de kost gaat dus naar de juridische verdediging. Een goede ver- dediging is immers al voor de helft gewonnen.” Maar wat kost een bestuurdersaansprakelijk- heidsverzekering? Voor een doorsnee kmo is er al voor 750 euro een dekking van 250.000 euro
Paul Marck: “Verjaring treedt vooral op in heel complexe dossiers die jaren vergen om het klu- wen te ontwarren. Een doorsnee kmo hoeft daar niet op te rekenen.”
verzekerd kapitaal op jaarbasis. Ga je naar 1 miljoen euro verzekerd kapitaal, dan verhoogt de prijs naar 1.000 à 1.200 euro/jaar. De verzekering geldt voor de bestuurder maar de ven- nootschap sluit ze af en betaalt de premie. Voor de bestuurder heeft dit geen fiscale implicaties. “Wil je goede bestuurders aantrekken, dan moet je een degelijke verzekering garanderen”, stelt Marck.
Naast omzet en balanstotaal zal de verzekeraar voor de acceptatie en premiebetaling onder meer rekening houden met de activiteit (sec- tor) van de onderneming, het hebben van pro- ductievestigingen in het buitenland, het beurs- genoteerd zijn of niet enz. “Een kmo-dekking van 1 miljoen euro is gebruikelijk,” rekent Marck. “In onze portefeuille heeft de doorsnee kmo gemiddeld een verzekerd kapitaal van 2 à 2,5 miljoen euro. Kleinere kmo’s opteren voor een dekking van 500.000 à 1 miljoen euro.” Het gaat in de eerste plaats om het indekken tegen juridische kosten. “Zich laten verdedigen door een advocaat tikt snel aan en bedraagt al gauw tegen de 50.000 euro. In cassatie zelfs 100.000 euro.”

 

NEFASTE BETALINGSACHTERSTANDEN

“Een kredietverzekering heeft weinig te maken met bankkrediet, en is ook geen typische ver-
zekering”, zegt Yannick Vermetten, specialist kredietverzekeringen bij ADD. “Een kredietver- zekering dekt het risico op niet-betaling door je klant en waarborgt met andere woorden het toegestane handelskrediet. Hierdoor ben je beschermd tegen vermoede en verklaarde insol- ventie, kortweg de debiteur die niet betaalt of failliet gaat” Verzekerbaar is wat op krediet ge- leverd wordt tussen bedrijven. Niet wat contant betaald wordt, gezien het risico dan onbestaand is. BTW is ook uitgesloten.
Soms betalen klanten niet. In 2012-2013 nam het aantal faillissementen met 11 procent toe. De horeca is typisch een ‘gevoelige’ sector. Maar nu telde ook de bouw dertig procent meer faillissementen dan vorig jaar. België kent 55 procent meer faillissementen dan een decen- nium geleden. “In Frankrijk en Duitsland daalt het aantal faillissementen. Dat is onder meer toe te schrijven aan het intensief gebruik van handelsinformatie. Bovendien zijn bedrijven er meer vertrouwd met het principe van krediet- verzekering. Kredietmanagement en debiteurenbeheer worden er meer uitbesteed. In België houden bedrijven dat binnenshuis.” België is nochtans het Mekka van de handelsinformatie. Je komt hier makkelijk aan officiële gegevens zoals balansen. Anderzijds zijn ze al snel gedateerd.
“Handelsvorderingen zijn gemiddeld goed voor 35 procent van de balans. Eén op vier faillisse- menten is in België te wijten aan betalings- achterstanden. Hier wordt gemiddeld op 54 da- gen betaald. “Ondertussen moeten leveran- ciers lonen en hun leveranciers betalen. Dat leidt tot cashflow-problemen. Zeventig procent van de vertragingen zijn zelf te wijten aan liquiditeitstekort. “In België is 15 procent van de transacties verzekerd. En slechts twee procent daarvan is afkomstig van kmo’s”, rekent Ver- metten.
Dat er op een andere manier gewerkt moet worden heeft ook de overheid begrepen, ten bewijze de ‘Wet op de continuïteit van onderne- mingen’ (WCO), die tijdelijk de schulden schorst zodat een bedrijf op adem kan komen. “Zestig procent van de WCO’s leidt toch tot falen. In sommige sectoren is dat zelfs 70 procent”, merkt Vermetten op. De Europese richt- lijn tegen betalingsachterstanden wil dat fac- turen betaald worden binnen de 60 dagen. Bij een betalingsachterstand heeft de schuldeiser het recht interest te eisen. Wie in Frankrijk niet betaalt binnen de maximale betaaltermijn van 60 dagen komt op een ‘zwarte lijst’ die andere bedrijven kunnen raadplegen. “In België is er geen ‘zwarte lijst’ en verwijlinteresten blijken in de praktijk niet afdwingbaar.” Hier wordt van de Europese richtlijn niet veel soelaas verwacht.

Yannick Vermetten: “In Frankrijk en Duitsland daalt het aantal faillissementen. Dat is onder meer toe te schrijven aan het intensief gebruik van handelsinformatie. Bovendien zijn bedrijven er meer vertrouwd met het principe van kredietver- zekering.”

 

KREDIETVERZEKERING: HOE ZIT DAT?

A verkoopt aan B. A wil zekerheid en vraagt dekking bij zijn verzekeraar. Die wordt afgegeven met een kredietlimiet die de verzekeraar monitort. Indien B niet tijdig betaalt, zal A zijn klant telefoneren, een rappel sturen,... Heeft A een vermoeden dat het misloopt, dan zal hij een claim leggen bij zijn verzekeraar die dan op- treedt als incassobureau. Het gedeelte dat niet gerecupereerd is, zal de kredietverzekeraar aan A uitbetalen voor 90 procent van de onbetaalde vorderingen. Wat kan B er toe overhalen om toch over de brug te komen? Verzekeraars hebben een database. Ze ‘weten’ wie nog met B werkt. De verzekeraar ‘informeert’ zijn klanten, al was het maar door een krediet wél of niet te verlenen. Men moet zich durven afvragen waarom een klant precies bij u aanklopt. Is het omwille van de goede prijs? Het product? Of omdat hij bij de concurrent niks meer loskrijgt? Niemand loopt natuurlijk te koop met zijn financiële problemen. Bedrijven die met een kredietverzekeraar werken, zetten dat vaak op hun factuur. De
verzekeraar monitort alles ‘live’ en kan snel rea- geren op potentiële wanbetaling. Een kredietverzekering is interessant wanneer men te maken heeft met fundamenteel ongezonde sectoren, met veel faillissementen en verloop. Je kan een klant een betalingstermijn van 60 dagen toestaan, omdat je uiteindelijk ‘zekerheid’ van betaling hebt. “In het kader van kredietverlening kan een bank de polis ook in pand nemen. Schadevergoedingen worden dan rechtstreeks aan de bank betaald”, licht Yannick Vermetten toe.
Incassokosten lopen snel op als je met het buitenland werkt. “Voor overheden is ‘factoring’ een betere oplossing”, zegt Vermetten. Hij wijst op het onderscheid. Factoring betreft de bevoorschotting van facturen terwijl kredietverzekering gaat over het risico dat een factuur niet betaald wordt. Wanneer een factoringmaatschappij uiteindelijk niet betaald wordt, zal die het betaalde voorschot terugeisen. “Beide kunnen wel gecombineerd worden. Zo krijgt de leverancier zijn factuur onmiddellijk betaald van de factoringmaatschappij terwijl de kredietverzekeraar de betaling door de klant verzekert.”

 

CLICHÉ’S ACHTERHAALD

In 2008-2009 trokken kredietverzekeraars nogal wat kredieten in naar aanleiding van de slechte economische situatie. Dat deed het imago van de sector geen goed. Er kwam een ‘code of conduct’ (zie ook Industrie Technisch & Management maart 2011). Nu moet de verzekeraar een intrekking motiveren. Bovendien blijven de lopende orders van de laatste drie maanden gedekt op voorwaarde dat er binnen de drie maanden na de limietintrekking wordt geleverd. Anders gezegd blijft de ondernemer gedurende zes maanden gedekt onder zijn oude limiet. Kredietverzekeringen rekenen af met een aantal clichés. Ze zouden alleen ‘goede’ of ‘risicoloze’ transacties dekken. “Driekwart van de limietaanvragen wordt goedgekeurd. Ondanks het feit dat de verzekeraar voor duizend euro premie die hij ontvangt, 600 euro schadeclaims moet uitbetalen,” rekent Vermetten. Vroeger was een kredietverzekering een complex gebeuren met veel administratie. Nu gebeurt alles online. De ondernemer krijgt ook flexibiliteit om zijn commerciële relatie met de klant te waarborgen. Zo kan hij tot 90 dagen na vervaldag wachten alvorens hij zijn dossier moet indienen.

 

KLEINE MAAR TROUWE MARKT

De prijs van een kredietverzekering wordt be- paald aan de hand van parameters als de om- vang van het bedrijf, de historiek van de falingen die een bedrijf had, de landen waarin de klant actief is (het risico is groter bij overzeese export) en de spreiding van het risico. Yannick Vermetten: “Voor de kmo is er een oplossing op maat. Tot vijf miljoen euro is er een vaste prijs gekoppeld aan de omzet. Zo kan men snel een polis opzetten. Bij specifieke vragen is er maat- werk nodig. “Voor een omzet van tien miljoen euro moet je rekening houden met een kost- prijs van 0,2% van de omzet.” Kredietverzekeringen vormen een kleine, ge- sloten markt. Driekwart is in handen van drie verzekeraars. In België laten 13 makelaars zich in met kredietverzekeringen. In tegenstelling tot andere verzekeringen zorgt een makelaar niet voor een bijkomende kost. Makelaars wor- den vergoed door verzekeraars. In België is het verzekerbare volume 15 procent. Dat betekent
dat 15 procent van de transacties kredietverze- kerd is. Slechts twee procent daarvan is af- komstig van kmo’s (tot 50 werknemers). 75 pro- cent van deze transacties hebben betrekking tot export. In Frankrijk is 15 procent van de kmo’s kredietverzekerd. In Duitsland is dat bijna 21 procent. In Nederland 12 procent. Vermetten rekent de retentie van kredietverzekerde klan- ten op 85 procent. “Wie start met kredietverze- kering stopt er niet gemakkelijk mee.”

Bart Vanoorbeek: “De klant heeft zelf ook toegang tot WBNet, waarop hij de status van zowel zijn polis- als schadedossiers kan opvolgen en een vol- ledig beeld heeft van zijn verzekeringsbudget wereldwijd.”

 

EHBO-KIT VOOR HET BUITENLAND

“We werken verzekeringsdossiers uit voor bedrijven met een internationaal profiel. Concreet gaat het om bedrijven met het beslissingscentrum in België en sales - en/ of productievestigingen in het buitenland”, zegt Bart Vanoorbeek, hoofd van de internationale afdeling bij ADD. “Voor deze bedrijven werken wij een ‘uniform’ verzekeringsconcept uit, zodat alle vestigingen op dezelfde manier zijn verzekerd. Voornamelijk werken we met geïntegreerde verzekeringsprogramma’s.” Zo’n programma omvat een ‘masterpolis’ of ‘moederpolis’ die onderhandeld wordt met een Belgische, maar internationaal gestructureerde verzekeraar. Daaraan worden in de verschillende landen lokale polissen gekoppeld die lokaal worden beheerd. Voor de uitgifte van deze lokale polissen wordt er niet alleen gekeken naar de structuur en de organisatie van de onderneming, maar ook naar de wettelijke bepalingen in de betrokken landen. Vooral brand, aansprakelijkheid, D&O (bestuurdersaanspra- kelijkheid) en marine cargo zijn de takken waarvoor een internationaal verzekeringsprogramma wordt uitgewerkt. ADD beperkt zijn adviesverlening niet alleen tot de internationale verzekeringsprogramma’s, maar breidt deze uit door bedrijven te infor- meren over de specifieke polissen die wettelijk verplicht en/ of aangewezen zijn lokaal te on- derschrijven. “Wij noemen dat ‘domestic policies’ om een onderscheid te maken met de lokale polissen die onderdeel uitmaken van het
internationaal programma.” Employers liability is bijvoorbeeld voor het VK een wettelijk verplichte polis die lokaal moet worden onderschreven.
Als centraal aanspreekpunt voor de onderneming beheert ADD het internationaal verzekeringsdossier voor rekening van de klant en onderhandelt met de verzekeraar(s). Als lid van het Worldwide Broker Network, de grootste onafhankelijke vereniging van verzekeringsmakelaars die actief is in meer dan honderd landen, koppelt ADD lokale polissen aan de partner in dat land. Die staat in voor de lokale dienstverlening.

 

WBNET EN VERZEKERINGSMANUAL

In België kent een verzekeringscontract een stil- zwijgende verlenging. Opzeggen moet 90 dagen voor vervaldag. Dat is niet overal zo. In sommige landen kan dat tot 24 uur voor vervaldag. In sommige landen geldt de dekking slechts één jaar en dan moet er weer onderhandeld worden. Dat alles vergt opvolging. Dat doet ADD wereldwijd aan de hand van WBNet, een ‘reporting tool’ die gebruikt wordt door alle leden van het internationale netwerk. “De klant heeft zelf ook toegang tot dit systeem waarop hij de status van zowel zijn polis- als schade- dossiers kan opvolgen en een volledig beeld heeft van zijn verzekeringsbudget wereldwijd. Papierloos.” ADD schrijft voor elke klant een praktische verzekeringsmanual uit per tak. Die omvat naast de verzekeringsfilosofie van de onderneming praktische informatie zoals contactpersonen, wat te doen bij schade, maar ook een samenvatting van de afgesloten waarborgen. Deze manual wordt gebruikt om buitenlandse partners te informeren. De klant verdeelt die ook intern om alle vestigingen te informeren hoe het verzekeringsdossier is opgebouwd. In 1998 werd ADD lid van het Worldwide Broker Netwerk, dat zich specifiek toespitst op de ‘middenmarkt’ waar het alle ondernemingsrisico’s verzekert. Dit selfsupporting netwerk kan dankzij zijn Engelstalige platform in elk land op een uniforme manier werken. Bart Vanoorbeek: “Wij zoeken per tak de best mogelijke partner en overleggen dan met de klant. De klant beslist bij welke verzekeraar hij zijn risico legt. De internationale klant doet ook in andere contexten een beroep op ons, om contracten te bekijken in het kader van hun verzekeringsfiloso- fie, bijvoorbeeld. Maar ook pre-audits, ‘due diligences’ voor een acquisitie, risicoanalyses los van het verzekeringsdossier enz.”

Cyber wordt een aparte tak

Internationale bedrijven zijn sterk afhankelijk van IT. Een paar maanden geleden lanceerde ADD hiervoor zijn ICT Care polis, een geïntegreerd product dat naast de materiële tevens de financiële schade van de onderneming waarborgt. “We verzekeren niet alleen de cyber risks in deze polis, maar ook de risico’s die traditioneel verzekerd zijn in de brandpolis, maar vaak onderhevig zijn aan heel wat beperkingen.” Door de ICT gerelateerde risico’s op te vangen in een specifieke polis, wordt naast een bredere dekking ook meer transparantie gecreëerd voor de verzekerde onderneming. “Het wordt een aparte tak in 2014”, verwacht Bart Vanoorbeek.

 

Other news and events

  • Website: works in progress

    Our website is currently undergoing a behind-the-scenes makeover . You may experience some inconvenience because of this. We expect it back soon,...
    14 December 2022
  • Environment

    to 300,000 euros in costs: soil decontamination requires a special policy

    Soil contamination occurs faster than you think. Your company does not even have to work with chemicals or other pollutants to be at increased risk...
    11 February 2022
  • Environment

    Without environmental insurance, every business is at risk

    Many companies underestimate the risk of causing environmental damage , directly or indirectly. Moreover, they often wrongly (toevoegen : suppose the...
    04 February 2022
  • Here comes 2022

    28 December 2021
  • Trade credit

    Credit insurance and COVID-19: what after 30th June 2021?

    Since the outbreak of COVID-19, credit insurers have repeatedly expressed their fear of a wave of bankruptcies . But until today, the number of...
    19 May 2021